BuBaO: kleuter- en lager onderwijs type 2

BuSO: secundair onderwijs OV1 type 2 en type 9, OV2 type 2 en type 9

TAnder: secundair onderwijs OV1 type 3 en OV1 type 9

 

Inleiding BuBaO

Pedagogische eenheden Kleuteronderwijs

Ontwikkelingsvertraging (licht tot ernstig)

 Stoornis binnen het autismespectrum

Doel: 
Stimuleren van de algemene ontwikkeling (taal, motoriek, zelfredzaamheid, verstandelijke en sociale ontwikkeling) via ervaringsgericht werken. 
Doel: 
Stimuleren van de algemene ontwikkeling (taal, motoriek, zelfredzaamheid, verstandelijke en sociale ontwikkeling) via een verduidelijkte structuur (in tijd en ruimte) door gebruik van visuele ondersteuning. 
Ontwikkelingsniveau: 
lichte tot ernstige ontwikkelingsvertraging. 
Ontwikkelingsniveau: 
van ernstige ontwikkelingsvertraging tot leeftijdsadequaat. 
Leeftijd: 2,5 j. – 6 j. (8 j.) Leeftijd: 2,5 j. – 6 j. (8 j.)
P.E. : Klas Mieke + klas Kim + klas Katja P.E. : klas Kirsten

Doelgroep

Buitengewoon onderwijs type 2 richt zich naar kinderen en jongeren met een matige tot ernstige verstandelijke handicap. In realiteit vertaalt dit zich in een heterogene populatie van kinderen en jongeren met vaak zeer complexe zorgvragen. 
De gestage groei van het geïntegreerd onderwijs tekent een verschuiving af binnen de leerlingenpopulatie: de verstandelijke handicap gaat vaker gepaard met bijkomende 
gedrags- en emotionele problemen of een kinderpsychiatrische diagnose zoals een autisme-spectrum-stoornis.

De ontwikkelingsmogelijkheden van kleuters binnen buitengewoon onderwijs type 2 zijn zeer uiteenlopend. 
Naast de groep kleuters met een matige tot ernstige verstandelijke handicap worden binnen de kleuterklassen tevens kinderen met een lichte ontwikkelingsvertraging opgenomen. Deze kinderen stromen dan door naar het buitengewoon lager onderwijs type 1. 
De groep kleuters met een autisme-spectrum-stoornis blijft opvallend aanwezig. Naast de uitgesproken autiwerking binnen de autiklas (klas Lieve) wordt de specifieke aanpak van deze kleuters verder uitgebreid en geïntegreerd binnen de andere pedagogische eenheden (klas Kim, klas Katja en klas Mieke). Tevens is er op kleuterleeftijd een groep kinderen waarbij een vermoeden is van een autisme-spectrum-stoornis, zonder dat de diagnose reeds gesteld is. 
De toename van leerlingen met bijkomende gedrags- en emotionele problemen is eveneens voelbaar. Ook de instroom van allochtone kleuters is duidelijk. 
De grootste instroom situeert zich op het niveau van het kleuteronderwijs. Ondanks de uitbouw van het geïntegreerd onderwijs, blijft de instroom van (jonge) kleuters opvallend.

Leerinhouden

Op het niveau van het kleuteronderwijs ligt het hoofdaccent op het stimuleren van de algemene ontwikkeling. Er wordt sterk ervaringsgericht gewerkt. Het doorleefd en thematisch uitbreiden van de ervaringswereld van onze kleuters staat centraal. Sterke accenten binnen de werking zijn het aanbrengen van structuur en duidelijkheid, het ondersteunen en uitbreiden van de communicatie via SMOG en BeTa en een geïntegreerde thematische werking (afstemming van de therapeutische omkadering binnen de handelingsplanning zoals groepswerk logopedie en kinesitherapie). Het stimuleren van de basismotoriek en het uitbouwen van creatieve vaardigheden krijgen uitgebreid aandacht. De ontwikkeling van de elementaire zelfredzaamheidvaardigheden en zindelijkheidstraining staat eveneens centraal. De aandacht voor sociale vaardigheden, de emotionele ontwikkeling en het welbevinden van onze kleuters loopt als een rode draad doorheen de werking. 
In de pedagogische eenheid van de oudste kleuters wordt eveneens gestart met voorbereidende schoolse vaardigheden. 
Er wordt klasoverschrijdend gewerkt bij wekelijks terugkerende activiteiten zoals poppenkast en muziek.

Pedagogische eenheden Lager Onderwijs

Ernstig mentale beperking

Stoornis binnen het autismespectrum

Doel: 
Stimuleren, met accent op behoud van verworven vaardigheden, van de algemene ontwikkeling en gebruik van ondersteunende niet-verbale communicatie om sociale vaardigheden te optimaliseren.
Doel: 
Stimuleren van de algemene ontwikkeling (taal, motoriek, zelfredzaamheid, verstandelijke en sociale ontwikkeling) via een verduidelijkte structuur (in tijd en ruimte) door gebruik van visuele ondersteuning. Afhankelijk van de mogelijkheden van de leerling aanbreng van schoolse vaardigheden.
Leeftijd: 6j. – 13j. (14 j.) Leeftijd: 6j. – 13j. (14 j.)
P.E. : klas Ilse P.E. : klas Veerle

 

Matig mentale beperking

Benedengroep matig / ernstig mentale beperking

Doel:
Het verder uitbouwen van de basis die in het kleuteronderwijs gelegd werd, waarbij binnen het domein zelfredzaamheid de huishoudelijke activiteiten een plaats krijgen. Starten met de aanbreng van schoolse vaardigheden en stimuleren van de functionele toepassing. Handvaardigheden en crea krijgen een meer centrale plaats.
Doel:
Het verder uitbouwen van de basis die in het kleuteronderwijs gelegd werd, waarbij binnen het domein zelfredzaamheid de huishoudelijke activiteiten een plaats krijgen. Stimuleren van sociale en communicatieve vaardigheden worden met visuele ondersteuning verder uitgebouwd. Handvaardigheid en crea krijgen een meer centrale plaats.
Leeftijd: 6j. – 13j. (14 j.) Leeftijd: 6j. – 13j. (14 j.)
P.E. : Klas Katrien + Klas Diane + Klas Hilde P.E. : Klas Kristel (structuurklas) + Klas Joëlle + Klas Maria

Doelgroep

Buitengewoon onderwijs type 2 richt zich naar kinderen en jongeren met een matige tot ernstige verstandelijke handicap. In realiteit vertaalt dit zich in een heterogene populatie van kinderen en jongeren met vaak zeer complexe zorgvragen. 
De gestage groei van het geïntegreerd onderwijs tekent een verschuiving af binnen de leerlingenpopulatie: de verstandelijke handicap gaat vaker gepaard met bijkomende 
gedrags- en emotionele problemen of een kinderpsychiatrische diagnose zoals een autisme-spectrum-stoornis.

Binnen het lager onderwijs zien we leerlingen met een matige, ernstige en diep verstandelijke handicap (grens doelgroep niet-schoolgaanden). Deze heterogene populatie vertaalt zich in drie trajecten: de functionele leerklassen (klas Katrien, klas Diane en klas Kristel), de socialisatieklassen (klas Joëlle en klas Maria) en het aanbod voor kinderen met een ernstig tot diep verstandelijke handicap, al dan niet gepaard met een autisme-spectrum-stoornis (klas Kirsten en klas Hilde). Ten slotte is er eveneens op het niveau van het lager onderwijs een zeer geëigend aanbod uitgewerkt binnen de autiklas (klas Veerle).

Leerinhouden

Binnen het lager onderwijs worden de zelfredzaamheids-, communicatie- en motorische vaardigheden verder uitgebreid. Daarnaast komt nog meer nadruk liggen op huishoudelijke activiteiten en het uitbreiden van sociale en communicatieve vaardigheden. 
De (schoolse) vaardigheden worden steeds aangeboden binnen een functionele context met het oog op de maatschappelijke redzaamheid van onze leerlingen. 
Crea en handvaardigheid krijgen een meer centrale plaats. 
De relatie met de leerling en de aandacht voor zijn welbevinden blijven een rode draad doorheen de werking. 
De ontwikkelingsdoelen type 2 en de uitgewerkte leerlijnen (zoals de leerlijn taal, rekenen en relationele en seksuele vorming) zijn een houvast bij de uitbouw van het pedagogisch aanbod.